Elsa’s wandelriem ligt nog steeds achter in de auto, en daar blijft-ie ook. Onze hond is nu meer dan een jaar dood, maar de tastbare herinnering aan de vele wandelingen is niet langer pijnlijk. Wel vrolijk makend. Noem het een rouwritueeltje.
We kennen elkaar van haver tot gort, en toch ook weer niet. We weten precies wat de een gaat doen na net dat ene biertje te veel. We zijn het soms zwaar met elkaar oneens, en toch lachen we de geschillen weg. Bij elkaar in de buurt voelen we ons echte mannen, en laten ons daarmee niet per se echt zien.
Ik val met de neus in de boter. Vlak voor elven betreed ik de parkeerplaats van het hospice en sta oog in oog met een lijkwagen. De dood is hier natuurlijk een open deur, maar qua rondleiding is mijn timing voortreffelijk.