“Ik heb haar altijd vreselijk verwend”, zegt grandma. Ik knik en houd haar hand vast. Ze valt in slaap. Vijf minuten later opent ze haar ogen. Ze glimlacht. Moeizaam komen de woorden. Ze geeft het op en kijkt me aan. Zwijgend wrijf ik over haar arm. Mijn schoonmoeder heeft geen idee dat we afscheid komen nemen.
Het is snel gegaan. Eigenlijk begon het al sinds de dood van Jennifer, haar dochter, mijn vrouw en moeder van onze twee zonen. Bijna negen jaar geleden. Grandma is die klap nooit te boven gekomen, en dat lijkt me doodnormaal. Het maakte haar tien jaar ouder, ze raakte sneller verstrooid totdat begin dit jaar duidelijk werd dat ze dementeerde. En dat proces ging ongenadig hard.
Mijn zwagers hadden me gewaarschuwd. Niet alleen voor de geestelijke afwezigheid van grandma, maar ook grandpa had het door de mantelzorg zwaar te verduren. Beiden zijn in de tachtig. Mijn zonen en ik waren daarom op het ergste voorbereid toen we vorige week op bezoek gingen in hun huisje in de buurt van Princeton. We zagen er enorm tegenop. Weer een afscheid.
We moesten naar Amerika, nu het nog kon. Nu we nog herinneringen konden ophalen. Over het grootouderlijk huis, waar we als gezin altijd zo graag kwamen. Over de grote achtertuin waarin we honkbal speelden. Over de kriebelige rugmassages die grandma van haar moeder had geleerd en op haar beurt aan de kleinzonen doorgaf. Over de vele feestdagen, als alle kinderen en kleinkinderen bijeenkwamen. Dat wilden we nog een keertje herbeleven.
Over vroeger kan grandma bij vlagen meepraten, moeizaam zoekend naar woorden. Dan glimlachen we naar haar, en spreken haar ogen dierbare momenten van herkenning. Soms vertoeft ze met haar gedachten in een ander huis in een ander tijdperk, maar ook daar zijn wij van harte welkom. We hebben het immers wel over ‘the best grandma in the world’.
We zijn er vier dagen geweest. Niet de hele dag, maar enkele uren. Op een van die dagen gaat grandpa met mijn zonen op pad. Even met zijn drietjes, want ook zo blijf je herinneringen bouwen. Ik zit met grandma in de voorkamer. We kijken naar buiten waar zij een heel andere wereld ziet. Eentje bij het strand van haar jeugd. Een kwartier later zijn we in Engeland. Ik blijf glimlachen en haar hand vasthouden.
“Weet je, Tim”, spreekt ze plots kraakhelder, “ik ben af en toe mijn geheugen aan het verliezen.” Ik knik. Hakkelend gaat ze verder. Hoe ze Jennifer zo mist. Dat ze zo gelukkig is met al haar kleinkinderen, maar dat ze het soms niet meer weet. “Schrijf het op, voordat je het vergeet”, zegt ze. Ik knik. Dan valt ze opnieuw in slaap. Vijf minuutjes maar. Dan opent ze haar ogen, en begint het weer. We zijn net op tijd geweest.
Rita Naomi | Dec 26,2018
Love the picture, much love to you. I remember Jenn’s stories.
Wim van Lent | Dec 27,2018
Wat heb je prachtig over deze ontroerende ervaring geschreven Tim. Het was net of ik ook even naast grandma zat.
Hartegroet Wim
Liefs Esther | Dec 28,2018
Het neuriet bij het lezen in mij.
“Love is all there is…”
Wie ben ik?
Recent Comments
Archives
Categories
Meta
Search