Ik keek omhoog en zag het ding. The plane! The plane! Alsof het een buitenaards verschijnsel was, terwijl ik onder de rook van Schiphol woon. Nou ja, rook. De lucht is blauw, geen streep te bekennen. Het zeldzame vliegtuig maakte me sentimenteel.
Het was zo’n typisch corona-momentje. Een kleine gebeurtenis die je heel vluchtig met de neus op de feiten drukt. Het besef dat we in een uitzonderlijke tijd leven, die ooit wel weer als voltooid verleden tijd in de geschiedenisboekjes zal verdwijnen. Voorlopig hinkelen we door het leven, op anderhalve meter afstand.
Een greep uit de nieuwe alledaagsheid. Kletsen met de buurvrouw op twee uiteinden van een bankje op het plein, allebei met onze eigen thee. Facetimen met mijn oude moeder en blijven lachen als de verbinding er door haperende wifi elke dertig seconden uitklapt. Vriendelijk lachen naar onbekenden. Klusjes bedenken, en niet doen. Ontploffen om niets.
Het vliegtuig dat op pakweg anderhalve kilometer hoogte mijn aandacht trok, maakte me sentimenteel omdat ik me realiseerde dat er van verre reizen dit jaar niks meer terecht zal komen. Begin deze maand kreeg ik voor mijn verjaardag een wereldkaart waarop ik met vlaggetjes kan aanduiden welke landen ik allemaal heb bezocht. Het zijn er veel.
In een oogopslag kan ik zien waar ik nog naartoe wil. Zuid-Amerika is maagdelijk wit, en in Azië voorzie ik ooit een mooie rondreis. Australië staat hoog op het verlanglijstje. China tot voor kort ook, maar er zijn steeds meer redenen te bedenken om dat land op een zwarte lijst te zetten. Amerika ken ik van haver tot gort, nu zou ik er niet willen zijn. Zelfs en vooral niet in mijn geliefde New York City.
Lekker weg in eigen land, later deze zomer. Ik heb me ermee verzoend, maar eigenlijk wil ik dat niet. Niet omdat er geen mooie plekjes te vinden. Nee, ik wil niet op vakantie in Nederland omdat er zoveel Nederlanders zijn die zich allemaal wijs gaan maken dat het best fijn is om eens een keertje binnen de landsgrenzen te blijven. Die wil ik helemaal niet tegenkomen.
Ik wil weg. Heel ver weg. Naar een land waar je geen kaaskop op anderhalve kilometer herkent. Waar je je vreemd voelt, beetje angstig misschien omdat je wordt aangestaard. Ik wil me onderdompelen in een onbekende cultuur, met raar eten dat hartstikke lekker smaakt. Ik wil vooral weg, ver weg van mezelf. Want ik ben mezelf behoorlijk beu.
Tim.Overdiek@gmail.com / 06 23 27 55 34
Anneke de Bundel | Apr 22,2020
Heel herkenbaar. Ook bij mij maakte een vliegtuig iets los. Een vliegtuig waar ik in had moeten zitten op weg naar Madrid, en verder naar mijn kleine geitenstal in Extremadura, waar ik een thuis heb tussen Spaanse bejaarden. Ik kan er voorlopig niet heen. Is dat erg? Nou op de schaal van wereldproblemen is het een luxeprobleem. Maar zo voelt het niet. Hoe is het met mijn 90-jarige buurvrouw Juana? Leeft ze nog als ik weer, ooit die kant op mag? Ik mis de vrolijkheid waarmee mijn Spaanse vrienden hun gevangenisleven aanpakken en dagelijks op Instagram hun muziek, verhalen en poëzie delen, terwijl ze er financieel en qua lockdown veel erger aan toe zijn. En ik schaam me dat ik zo’n Hollandse mopperkont ben, die na 6 weken voorla zichzelf wil ontvluchten.